Het leven op de Veluwe gaat hard achteruit. Herstel is mogelijk, zeggen wetenschappers tegen NU.nl, maar dan moet de stikstofuitstoot fors omlaag. Om de Veluwse natuur sneller gezond en soortenrijker te maken, pleiten ze daarnaast voor natuurherstel, andere boomsoorten en minder verstoring door bezoekers. De komst van de wolf helpt trouwens ook.
Na tientallen jaren vervuiling met ammoniak uit landbouwgebieden en stikstofoxiden uit wegverkeer, is de bodem van Nederlands grootste natuurgebied op land sterk vermest én verzuurd. Heide maakt plaats voor gras, eiken sterven af, vogels en vlinders verdwijnen en er staan steeds minder bloeiende kruiden. Het probleem valt maar op een manier echt op te lossen, zeggen alle experts: de stikstofuitstoot moet fors omlaag. Pas als die onder een grens komt die het natuurgebied zelf kan verwerken, is herstel mogelijk.
Dat herstel zal langzaam gaan, want na tientallen jaren vervuiling, krijg je die stikstof niet van de ene op de andere dag uit de bodem. Daarom noemen ecologen andere maatregelen die gelijktijdig genomen moeten worden om de Veluwe weer tot leven te brengen.
De verdroging aanpakken helpt natuurherstel. Die verdroging komt deels door klimaatverandering, maar ook door menselijke ingrepen. Het zou schelen om greppels en kunstmatige beken dicht te gooien en natuurlijke beken te herstellen, zegt Juul Limpens van Wageningen Universiteit. Net als bosecoloog Jan den Ouden pleit ze er daarnaast voor om het bos op de Veluwe diverser te maken. In het verleden is naaldbos aangeplant. Dat onttrekt meer water en biedt minder voedsel aan insecten en vogels dan loofbomen. Maar op veel plekken is óók het loofbos te eentonig, zegt Den Ouden.
“Ratelpopulier, boswilg, winterlinde, fladderiep, gewone esdoorn, veldesdoorn en boskers, het zijn heel normale bomen die op de Veluwe thuishoren, maar er nu veel te weinig staan. Terugkeer van die loofbomen herstelt de bodems en stimuleert de terugkeer van talloze andere soorten.”