Een groot deel van de Nederlanders is van plan ook de zomervakantie in eigen land door te brengen. Mensen willen wel op reis naar het buitenland, maar zijn realistisch over wat er kan. Dat blijkt uit de nieuwste peiling van het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen (NBTC), die donderdag is gepubliceerd.
De organisatie peilt sinds het begin van de coronacrisis het sentiment onder Nederlanders en de voor Nederland belangrijkste landen voor inkomend toerisme, zoals de buurlanden. Het verlangen om op vakantie te gaan is overal onverminderd groot.
“Zeven op de tien mensen hebben de intentie om op vakantie te gaan”, stelt NBTC. Ook wordt er inmiddels weer wat meer geboekt, al houdt het nog steeds niet over. Het aantal boekingen bleef aan het begin van dit jaar echter nog veel sterker achter op de wens om weg te gaan.
Begin dit jaar had 15 procent van de mensen met vakantieplannen ook echt wat geregeld. Dat is nu opgelopen naar 22 procent. Bij de boekingen is de blik toch vooral gericht op de zomervakantie. Steeds meer mensen die op vakantie willen, zullen dat in eigen land doen. Dat is vooral bij Nederlanders toegenomen. Van de Nederlanders geeft 45 procent aan ook de zomer in eigen land te verpozen.
Nederlanders besteden minder in eigen land
Zeker in het aankomende paasweekend trekken we er massaal in eigen land op uit. Daarmee vullen Nederlanders voor een groot deel plekken op waar anders Duitsers en Belgen hadden gezeten. Dat is voor de toeristensector deels goed nieuws. “De opbrengsten zijn lager. Dat komt ook doordat bepaalde faciliteiten en horeca nog dicht zijn”, zegt directeur Jos Vranken van NBTC. Bovendien besteden Nederlanders op vakantie in eigen land minder dan buitenlanders die hier op vakantie gaan. Ook voor de meivakantie zal vakantie in eigen land voor velen de meest voor de hand liggende optie zijn.