De AI Index van Stanford University biedt een uitgebreide blik op de huidige staat en toekomst van kunstmatige intelligentie (AI). Dit jaarlijkse rapport verzamelt en analyseert data van over de hele wereld om een genuanceerd beeld te schetsen van de ontwikkelingen binnen AI.
Dit jaar benadrukt het rapport de snelle vooruitgang in AI-technologie, variërend van onderzoek en ontwikkeling tot technische prestaties en ethische overwegingen. Een opvallend aspect is de enorme stijging in de kosten voor het trainen van geavanceerde AI-modellen. Zo kostte het trainen van OpenAI’s GPT-4 naar schatting $78 miljoen, terwijl Google’s Gemini Ultra zelfs $191 miljoen aan rekenkracht vereiste.
Het rapport toont ook aan dat de Verenigde Staten een leidende rol spelen in de ontwikkeling van AI-modellen, met 61 noemenswaardige modellen in 2023, vergeleken met 21 uit de Europese Unie en 15 uit China. Deze dominantie wordt verder versterkt door de aanzienlijke investeringen in generatieve AI, die in 2023 bijna acht keer zo hoog waren als in 2022, met een totaal van $25,2 miljard.
Een ander belangrijk punt is het gebrek aan standaardisatie in verantwoordelijke AI-rapportage. Grote ontwikkelaars zoals OpenAI en Google gebruiken verschillende benchmarks, wat het moeilijk maakt om de risico’s en beperkingen van topmodellen systematisch te vergelijken. Dit gebrek aan uniformiteit kan leiden tot ongelijkheden en vooroordelen, vooral omdat veel datasets en bedrijven uit westerse landen komen.
Het rapport benadrukt ook de groeiende bezorgdheid onder het publiek over de impact van AI. Wereldwijd voelt 52% van de mensen zich nerveus over AI-producten en -diensten, een stijging van 13 procentpunten ten opzichte van 2022.
De AI Index van Stanford blijft een cruciale bron voor iedereen die betrokken is bij de ontwikkeling en regulering van AI, en biedt waardevolle inzichten die helpen bij het navigeren door dit complexe en snel evoluerende veld.